Zeeland verliest een ambassadeur

Je kon ze uittekenen. Twee veel te bruine mensen voor het strandhuisje met het naambordje “De Blaaij”. Ze turfden de dagen op de binnenkant van het strandhokje. Een gemiddelde van 90 stranddagen per seizoen is heel gewoon voor deze negertjes.
Ik kan je zeggen dat dit tafereeltje ervoor heeft gezorgd dat mensen in mijn omgeving me nu vragen of er iets aan de hand is, want ze worden gemist op het strand.

Kennismaking met Zeeland

Na het ongeluk in 1976, op de terugreis van een vakantie in Italië, werd het leven anders.
We belandden met het hele gezin in het ziekenhuis in Zwitserland. Na enkele weken werden we terug gebracht naar Nederland, waar het verblijf van mijn vader in het ziekenhuis werd verlengd. Het opgelopen letsel was zodanig dat herstel onmogelijk leek. Hij zou het werk in zijn cafetaria niet meer kunnen uitvoeren en daarom werd de boel verkocht.

We verhuisden naar Dinteloord en hadden tijd over. Geen drukke weekenden meer, geen bestellingen voor de feestdagen. Nee… gewoon een weekend vrij. Heel onwennig voor mijn ouders en daarom zochten ze een plek om de vrij gekomen uurtjes door te brengen. Dat werd een stacaravan op camping Valkenisse in Zeeland.
Tussen april en oktober was gezin De Blaaij elk weekend te vinden in het Zeeuwse. Op vrijdagavond stond de auto gepakt en zodra iedereen thuis was, vertrokken we.

Het kampeergevoel veranderde gedurende de tijd. Er ging steeds meer mee in die auto. Fietsjes, de kat, een surfplank, zomer- én winterkleding. Regelmatig zaten wij, als kleine kindertjes, opgepropt achterin, klem op de achterbank tussen alle pakken en zakken. Langzaam werd de plek in Zeeland een tweede thuis.
De dagen brachten we door op het strand. Met een goed gevulde koelbox in de ochtend de duin over en zo lang mogelijk van de zon genieten. Kastelen bouwen, volleybal spelen of varen met een bootje. Insmeren kenden we toen nog niet. ’s Avonds bleven alle spullen achter in het strandhokje om de volgende dag het hele ritueel weer te herhalen. De weekenden en alle vakanties werden doorgebracht op de camping. Vriendschappen ontstonden bij zowel groot als klein.

Inburgering

Toen we iets groter en zelfstandiger werden, was geen hulp meer nodig bij het bootje varen en kastelen bouwen. Volleybal spelen werd dé hobby op het strand met aansluitend een bezoek aan het strandpaviljoen. De kinderen kregen een ijsje en werden terug de zandbak in gestuurd, terwijl mijn vader met de mannen achter bleef met een biertje.
Na zo’n soort bezoekje aan het strandpaviljoen kwam het wel eens voor dat de hoge duintrap een hele klim voor hem was. Of dat de hele familie al op de camping aan tafel zat zonder hem.

Mijn vakantiebaantje zocht ik in Zeeland. Ik maakte op die manier kennis met de lokale bevolking en mijn vader dus automatisch ook. Hij wilde alles weten over de aanpak van de ondernemers waar ik werkte. Je ondernemersbloed stroomde nog steeds. Hij sprak zijn verbazing uit over de horecaprijzen van de lokale friettent en concludeerde dat er aan de Zeeuwse kust goud verdiend werd. Maar natuurlijk met een kanttekening: het was de bediening van vroeger niet meer…… Eén bestelling per keer afhandelen; dat ging in zijn tijd wel anders.

Tijdens een bezoek aan Zoutelande kwam hij altijd even langs als ik aan het werk was. Zo maakte hij kennis met de eigenaar van de friettent, de ijssalon, de koffieshop en de souvenirwinkel. En zij met hem. Een vorm van inburgering, want langzaam leerden de Zeeuwen die man van De Blaaij ook kennen.
Door die inburgering van het gezin De Blaaij in Zoutelande, verloor hij zijn dochter aan Zeeland. Ik leerde tijdens het uitgaan een rasechte Zeeuw kennen. Voor de eerste kennismaking sloeg mijn vader een paal in de grond, waar mijn vriendje zijn Zeeuwse knol aan zou kunnen vastmaken. Maar de jongen kwam gewoon op de fiets.

Of hij aan hem getwijfeld heeft, weet ik niet…. Er werd me wel regelmatig op het hart gedrukt, dat ik er niets aan kon doen dat ik een arme vader had, maar dat ik mijn schoonvader zelf kon bepalen. Mijn vader had toen nog niet in de gaten wat zijn dochter en haar vriendje later voor elkaar zouden krijgen.

Hart verloren aan Zeeland

Het koppel zorgde er namelijk voor dat hij voor de eerste keer opa werd.
Ze namen het bedrijf van de familie De Visser over en bouwden hun eigen stekje. Mijn vader was er helemaal weg van.
Hij hielp om de eerste boompjes te planten op het nieuwe kampeerterrein. Hij paste op mijn kinderen als we een drukke wissel hadden. Hij deed mee aan de activiteiten die we organiseerden.
Hij liep zelfs op zijn eigen camping rond in een jasje van minicamping De Visser.

Zeeland had zijn hart gestolen. Na de eerste ziekteperiode moest hij stoppen met werken. Zeeland werd toen de plek waar mijn ouders vaak waren.
Het strand stond nog altijd op nummer één.
Maar ook wandelen was favoriet. Alle hoekjes op Walcheren hebben ze gezien, tijdens de diverse wandeldagen met als afsluiter de Kustmarathon van Burgh Haamstede naar Zoutelande.
Daarnaast had (o)pa zijn handen vol aan oppassen. Hij had het druk met het bekijken van voetbalwedstrijden van VV De Meeuwen, waar zijn kleinzonen actief waren. En het volgen van de wedstrijden ringrijden, waar hij een sterke voorkeur voor een bepaalde ruiter had.

Van eenvoudige stacaravan naar luxe chalet

De nieuwe eigenaar van de camping gooide de werkwijze om. Oude caravans kregen nog even bedenktijd, maar stonden uiteindelijk voor een keuze. Óf vertrekken óf een chalet aanschaffen. Hij heeft het lang uitgesteld, maar uiteindelijk geen spijt gehad van de aanschaf van een splinternieuwe chalet. Wat een mooie ding!
Het kampeergevoel van de jaren 80 is hiermee compleet verdwenen. De luxe van het onderkomen maakte het mogelijk om ook in de wintermaanden te genieten van de Zeeuwse frisse lucht.

Het feest ging gewoon door:
• Gezellige avonden met de buurtjes
• Terrasje pikken bij lekker weer
• Fietstochten op zijn nieuwe elektrische fiets
• Genieten van de tuin, met (kunst)gras wat er altijd goed uit zag
• Langs de lijn bij VV De Meeuwen
• BBQ met de hele familie op 1e Pinksterdag

De chalet op camping Valkenisse werd het paradijs op aarde.
Samen genoten mijn ouders met volle teugen.
Van de omgeving, van de buren, van alle ‘de Vissertjes’ en van elkaar
De 22 jaar extra tijd die hem gegund was, heeft hij er heel goed besteed.

Maar nu…… nu is zijn klokje stil komen te staan.
Zijn reservetijd zit erop.
Zeeland heeft een ambassadeur verloren … en ik een trotse vader.

 

Ter herinnering aan mijn trotse vader
Din de Blaaij
9 maart 1944 – 26 juni 2022