….. De Telegraaf:

door RUTGER VAN DEN HOOFDAKKER

Langs de kust van Walcheren
AMSTERDAM –  De beroemdste inwoner van Vlissingen was zondermeer Michiel Adriaenszoon de Ruyter. Hij woonde er, als hij niet op zee was, 43 jaar. Een mooi startpunt om meer over hem en de Zeeuwse geschiedenis te weten te komen, is het MuZEEum in Vlissingen. We kunnen hier in al die zalen makkelijk een paar uur doorbrengen. Zo leren we dat Walcheren in de 17e eeuw een eiland was en dat dorpen als ?Domborch?, ?Vlissinghe? en ?Soutenlande? toen al op de kaart stonden.

Vlissingen is voor ons landrotten tevens het startpunt van onze fietsroute langs de kust van Walcheren. Er valt namelijk nogal wat te ontdekken in de omgeving. Zo fietsen we langs de dijk naar Fort Rammekens, het oudste zeefort van West-Europa.

Tussen 1600 en 1800 zijn er bij de kade duizenden schepen vertrokken. Nu heeft de natuur het fort in bezit genomen met bos, weides, kreken en schorren en toont het als een uniek landschap dat je nergens anders in Europa aantreft.

Via het havengebied van Vlissingen-Oost en de knooppunten fietsen we naar Arnemuiden, bekend van het tragische visserslied ’De klok van Arnemuiden’. De plaats ligt niet meer aan zee, maar aan een riviertje dat via het Kanaal door Walcheren met Veere en het Veerse Meer is verbonden. Van stoere vissers is geen sprake meer…

Afwisselend is de route zeker. Na de Veerse Dam bij Vrouwenpolder transformeert het landschap van water, weides, uiterwaarden en dijken plotseling naar bossen, strand en duinen. De westkust heeft duidelijk een ander karakter dan de rest van Walcheren.

Eén van de meeste bijzondere gebieden is de Manteling. Dit bos werd in de 17e eeuw aangeplant als bescherming (mantel) tegen koude noordenwinden. Tussen Oostkapelle en Domburg is zelfs een stukje oerbos te vinden.

De strijd van de bomen tegen de harde, zoute wind is zichtbaar als we door het bos fietsen. De grillig gevormde takken geven het iets sprookjesachtig. In de Gouden Eeuw was het bos nog groter, omdat er toen door de rijke landheren parkbossen werden aangelegd, maar die zijn inmiddels verdwenen. Wel is er nog een aantal landhuizen dat herinnert aan de welvaart.

Na het bos van Hoogduin fietsen we Domburg in. Na Zandvoort is dit de oudste badplaats van Nederland. Vanaf 1833 verrezen er kuurcentra, badpaviljoens en zowaar douches met warm en koud water.

Dat was toen luxe. Maar in de eerste jaren kwamen er slechts de bewoners uit de nabije omgeving. Walcheren was nogal geïsoleerd gelegen. Pas na de aanleg van de spoorlijn Roosendaal – Vlissingen werd het beter bereikbaar.

De route is vrijwel vlak, maar soms als we bovenop de dijk rijden, voelen we ons toch boven alles verheven. Zoals bij Westkapelle, waar we een prachtig uitzicht hebben op de oranje daken van het dorp, de kerk en de vuurtoren die merkwaardig genoeg niet aan zee ligt.

Bij het ronden van de meest westelijke punt van Walcheren zien we links, rechts en voor ons eigenlijk niets anders dan zee. Het voelt alsof we op een kaap staan, ver weg van alles en ervaren het ’Zeeuwse licht’, de bijzondere combinatie van het zonneschijnsel op de zee, de invalshoek van het licht en de glinstering en reflectie van het water. Ook met donkere luchten voel je de magie. En dat trok vele kunstenaars aan zoals Jan Toorop.

Het licht blijft ook op weg naar Zoutelande, waar de route zowel door bos, duin en langs zee gaat, ons boeien. Al voor 1940 kwamen er Duitse kunstenaars naar dit dorpje om het ’Zeeuwse licht’ te zien.

Net zo boeiend is de prachtige route langs dorpjes als Groot Valkenisse en Dishoek. Altijd een strand voorradig om even uit te rusten.

bunker bij Koudekerke

De stranden behoren tot de schoonste van Nederland.

Ook het strand in Vlissingen heeft zijn bekoring, maar nu in het najaar is het wel wat fris. Gelukkig zijn er op de boulevard en in het historische centrum genoeg sfeervolle cafés om even op te warmen.

– 20-11-2010 – De Telegraaf –

Reactie toevoegen

Your email address will not be published. Required fields are marked *